De Schroef

Schroefwerking

De meeste motorboten worden voortgestuwd door een schroef.

En daarmee heb je als schipper te maken met het zogenaamde schroef- of wieleffect van de schroef…

Als je vooruit vaart, merk je nauwelijks iets van dit schroefeffect. Maar in zijn achteruit kan de schroefwerking van een boot veel sterker zijn. Dat is iets waar je als schipper rekening mee moet houden. Het is daarom belangrijk dat je weet wat de schroefwerking van jouw boot is.

Wat moet je weten over de schroef van een boot?

Bootschroeven zijn grofweg onder te verdelen in twee varianten. Je hebt een rechtse bootschroef en een linkse bootschroef. Welke soort bootschroef je hebt, kan een verschil maken.

Rechtse bootschroef

Bij een rechtse bootschroef valt op dat het bovenste schroefblad schuin naar rechts weg loopt. Als je met je armen naar het bovenste schroefblad reikt, zal je rechterarm het verst moeten reiken. Een rechtse bootschroef draait rechtsom als de boot vooruit vaart en linksom als de boot achteruit vaart.

Linkse bootschroef

Een linkse bootschroef is het tegenovergestelde van een rechte bootschroef. Hierbij valt juist op dat het bovenste schroefblad schuin naar links weg loopt. Zou je met je armen het bovenste schroefblad vast willen pakken, dan zal je linkerarm het verst moeten reiken. Een linkse bootschroef draait linksom als de boot vooruit vaart en rechtsom als de boot achteruit vaart. Onze spitsgatter heeft een linkse schroef!

Wat voor effect heeft schroefwerking op een boot?

Het maakt nogal een verschil of je boot over een rechtse bootschroef of een linkse bootschroef beschikt. Zowel tijdens het vooruit varen als het achteruit varen kan dit een invloed hebben. Hieronder gaan we dieper in op de effecten die het soort bootschroef kan hebben op de schroefwerking van een boot. Dit wordt ook wel het wieleffect genoemd.

Vooruit varen met een rechtse bootschroef

Een rechtse bootschroef zorgt ervoor dat het voorschip vooruit varend iets naar bakboord gaat. Het achterschip gaat in dat geval iets naar stuurboord.

Vooruit varen met een linkse bootschroef

Voor het vooruit varen met een linkse bootschroef geldt het tegenovergestelde. Wanneer je vooruit vaart, zal het voorschip naar stuurboord gaan. Het achterschip gaat dan naar bakboord.

Achteruit varen met een rechtse bootschroef

Tijdens het achteruit varen is het wieleffect het sterkst. De achterkant van je schip beweegt bij achteruit varen dus naar bakboord.

Achteruit varen met een linkse bootschroef

Achteruit varen met een linkse bootschroef zorgt ervoor dat de achterkant van je schip naar stuurboord beweegt. Maar met name bij het achteruitslaan om de snelheid uit de boot te halen, is het schroefeffect merkbaar. Als wij onze spitsgatter vooruit de box in varen en achteruitslaan dan beweegt de boeg direct naar bakboord waarbij deze in aanraking zou kunnen komen met de naastgelegen boot. Een bolfender bij de boeg biedt uitkomst! en langzaam invaren is de oplossing.

Kun je recht achteruit varen ondanks de schroefwerking van een boot?

Hierboven heb je kunnen lezen wat het effect van een bootschroef kan zijn op de schroefwerking van een boot. Tijdens het achteruit varen merk je dit het meest. Het roer heeft tijdens het achteruit varen pas effect als het schip met enige vaart achteruit gaat. Hoe kun je ervoor zorgen dat je recht achteruit vaart? Dit is ten eerste afhankelijk van het soort bootschroef dat je hebt. Laten we zeggen dat je over een rechtse bootschroef beschikt. Je wilt recht achteruit varen terwijl het windstil is. Bij een rechtse schroef zul je een beetje stuurboordroer moeten geven. Zou je een linkse schroef hebben, dan dien je een beetje bakboordroer te geven. Wijkt de boot te veel van de gewenste koers af, corrigeer dan even door een "klapje" vooruit ...

Praktische overwegingen bij het manoeuvreren

Deze beschrijving volgt de werkwijze van een klein vaartuig. 

·         Eerst bepaalt de schipper naar welke kant het schip trekt bij achteruitslaan. Elke schip heeft een “goede” en een “slechte” kant. De goede is waar het achterschip heen trekt bij het achteruitslaan. Als het enigszins uitkomt wordt er aan die kant aangelegd.

·         Bij het afmeren aan een sluismuur aan de “goede” kant van het schip vaart het schip naar de afmeerplek, ongeveer een halve meter van de sluismuur. Bijna op de plek aangekomen stuurt de schipper naar de muur toe en zet hij de motor in "langzaam achteruit". Een bemanningslid gooit een lijn vanaf het voorschip om een bolder (wordt nog niet vastgezet). Het schroefeffect trekt nu het achterschip naar de sluismuur, de schipper belegt een lijn vanaf het achterschip en zet de motor in neutraal. Daarna mag ook de voorlijn belegd worden.

·         Bij afmeren aan de “verkeerde” kant van het schip vaart de schipper tot bijna aan de afmeerplek, ongeveer anderhalve meter van de muur af. Dan stuurt hij vrij plotseling naar de muur toe en met een boogje weer er af. Terwijl het schip nog een draaibeweging maakt van de sluismuur af, zet de schipper de motor in "langzaam achteruit", waardoor het achterschip door het schroefeffect de draaiing van het schip stopt. Met enige oefening kan men zo precies op de gewenste plaats tot stilstand komen. De motor gaat in neutraal en de voor- en achterlijnen kunnen belegd worden.

·         Het bovenstaande speelt uiteraard sterker als er wind of stroom op het achterschip staat. In dat geval is het beleggen van een achterlijn het belangrijkste. De voorlijn komt later wel. Heeft het schip een middenbolder, dan kan die ook erg handig zijn voor een eerste lijn die het schip in bedwang houdt. In dit geval mag nooit eerst een voorlijn belegd worden bij een vooruitgaand schip, dan gaat het schip rond.

·         Voor het snel omgooien van het roer heeft een oud binnenschip vaak een klapbare pen in het stuurrad

·         Draaien van het schip: kan er op een ruim vaarwater in één keer gedraaid worden, dan blijft de motor in "vooruit" en is er van het schroefeffect vrijwel niets te merken. Het kan zijn dat een schip een iets kortere draaicirkel heeft wanneer er over de "goede" kant gedraaid wordt.

·         Op een nauw vaarwater moet er een aantal keren achteruit geslagen worden tijdens het draaien. Nu komt het schroefeffect van pas: de draaiing van het schip wordt ingezet naar de "verkeerde" kant, met de motor in "vooruit". Zodra er achteruit geslagen moet worden zet de draaiing in dezelfde richting door, dankzij het schroefeffect. Vooral in nauw vaarwater en/of met wind moet hier rekening mee gehouden worden, anders komt het schip niet rond.

·         Tijdens het manoeuvreren moet het roer rigoureus gebruikt worden. Dus zo lang het schip nog vooruit vaart, wordt er in de gewenste vaarrichting gestuurd. Zodra het schip tot stilstand komt wordt het roer snel naar de andere kant gedraaid. Doordat het roer nu in de juiste stand staat voor achteruitvaren, helpt het ook mee de draaiing in stand te houden.

Bronnen:

https://nuvaarbewijs.nl/hoe-te-varen-met-een-linkse-of-rechtse-bootschroef/

https://nl.wikipedia.org/wiki/Schroefeffect

https://www.motorboot.com/varen-en-techniek/schroefwerking-of-het-wieleffect/

https://www.youtube.com/watch?v=p7Y64GgHerc

 

RH062023


Reacties

Populaire posts van deze blog

Project vuilwater afvoer

Project mast Scand 25 (navigatieverlichting etc.)

Project verwarmen